Louise
De eerste zonnestralen komen door de gordijnen van Louise haar zonnige appartement. Het appartement heeft hoge glas en lood ramen en een hoog plafond. De zon weerkaatst tegen de witte muren en breekt het uiteen in verschillende zachte kleuren. Het is voor Louise weer een dag vol met hindernissen. Moeizaam gaat ze op de rand van het bed zitten. Haar bed is nat van de urine en ze voelt zich vies en ongelukkig. Ze loopt naar de badkamer en heeft zo’n moeite om zich van de natte kleren te ontdoen. Dan wordt er op de deur van haar badkamer geklopt. Eva komt vrolijk binnengelopen en kijkt om het hoekje van de badkamerdeur. Eva ziet het ongelukkige gezicht van Louise, ze heeft de grootste moeite met haar nachthemd. Vriendelijk vraagt ze: ‘zal ik u even helpen’. Louise is opgelucht dat er iemand bij haar is. Eva is een zuster die goed met Louise kan opschieten. Louise kan weer lachen en Eva zegt ’gaat u maar lekker voor het raam zitten’. Louise kijkt in de tuin het is winter. De sneeuw bedekt het gras en de oude eikenbomen zijn bedekt met een klein laagje sneeuw. Vrolijk loopt Eva naar de keuken en komt met een dienblad met brood en thee de kamer in. Ze zet het neer op de tafel en gaat bij Louise zitten. Als Louise klaar is met haar ontbijt loopt ze naar haar zwarte vleugel die midden in de huiskamer staat. Ze begint met het spelen van kerstliedjes. Eva zingt uit volle borst mee. Aan de zijkant van de huiskamer is een open trap die naar een ruimte gaat die grenst aan de huiskamer. Louise zegt: ‘wil jij even een paar oude pianoboeken voor me pakken’. Want sommige muziekstukken kan ik me niet meer goed herinneren. Eva loopt via de trap naar de open bibliotheek. Er zijn rijen vol met boeken en oud speelgoed dat van Louise is geweest. Gefascineerd kijkt Eva naar een oud fornuisje- en naar de rijen van oude sprookjesboeken, dan vindt ze een stapel met oude muziekboeken en neemt deze mee naar beneden. Ze heeft ook een doosje met kerst spulletjes gevonden daarmee gaat ze de kamer in kerststemming te brengen. In de doos zit een oude glazen sneeuwpop die Eva voorzichtig op de kast van Louise zet. Louise is zeer gehecht aan de sneeuwpop en vertelt dat het in haar ouderlijk huis heeft gestaan. Louise was al jong haar echte ouders verloren en geadopteerd door een rijke familie in Aerdenhout. Toen Louise 6 jaar was is de familie verhuisd naar Zuid-Afrika. Eva loopt naar de keuken om een kopje koffie te zetten. Als Eva de koffie ingeschonken heeft vertelt Louise over haar jeugdvriendin in Afrika. Abiba was een succesvolle uitgeefster en had meerdere grote boekwinkels door heel Zuid-Afrika gehad. Eva luistert aandachtig. Somber vertelt Louise dat Abiba ernstig ziek was geworden. Ze had darmkanker gekregen die niet meer te genezen was. De kanker had verschillende andere organen ook aangetast. Louise vertelt aan Eva: ‘ik bleef bij mijn vriendin tot ze op een warme dag in juni is overleden. Louise vertelt: ‘Ik had niets meer in Afrika’. Verdriet heeft me weer naar Nederland gebracht. Ze vertelt hoe moeilijk ze het heeft gehad. Ze hield van Afrika “de temperatuur en de natuur”. Bij de rest van de familie in Nederland stond ze in hoog aanzien. Ze kwam als een heel welgestelde vrouw terug. Het verdriet wat ze had over haar grote liefde kon ze met de rest van de familie niet delen. De familie van Louise was eerder terug geëmigreerd naar Nederland en Louise was achtergebleven in Zuid -Afrika. Ze was altijd een buitenbeentje gebleven binnen de welgestelde familie die door de jaren heen heel erg veranderd was. Het kapitaal van de familie was geheel op. Haar halfzusjes en broertjes kwamen bij haar geld lenen. Doordat Louise vergeetachtig werd verdwenen er steeds meer dingen uit haar appartement. Na bezoek van haar familie was alles ontvreemd. Eva is diep ontroerd door het verhaal. Ze vraagt of Louise meegaat naar de tuin. De tuin was vroeger een kloostertuin geweest en lag er prachtig bij. Louise genoot van de frisse wind die in haar gezicht blies. Eva liep naar de kapel waar de ochtendmis werd gehouden De tuin werd onderhouden door vrijwilligers ze waren die ochtend ook druk bezig. Er werden allerlei kerstactiviteiten georganiseerd. Louise wil nergens aan mee doen. Eva rijdt met de rolstoel naar de grote eik, het is erg koud de lucht is helderblauw en de zon verwarmt de tuin een beetje. Louise geniet van de warmte. Eva ziet dat ze niet meer verdrietig is. Vrolijk vertelt ze over haar leven in Afrika. Na goed uitgerust te zijn lopen ze terug naar het appartement. Ze vertelt aan Eva over haar vriendschap met Mustafa. Eva vraagt door over Mustafa. Louise vertelt dat hij werkte voor de uitgeverij. De man had een diepe indruk achtergelaten bij Louise. Hij had met haar altijd gesproken over vrede en kracht. De afrikaan was een diepgelovig man geweest. Louise had een voorliefde voor alles wat met Afrika te maken had. De Afrikaanse cultuur bood meer spirituele kracht dan het christelijk geloof. De mengelmoes van de beide culturen gaf nieuwe kracht. Mustafa kwam oorspronkelijk uit Saoedi - Arabië. Louise vertelt Eva dat ze het toch een vreemde man vond want hij geloofde in tovenarij. Hij vertelde vreemde verhalen over bosgeesten en mythologische dieren. Louise vertelt een verhaal van Mustafa over de oude bosheks die dieren tot leven kon toveren. Als kind was hij heel bang geweest voor de oude Afrikaanse gebruiken. De heks had Ammit de mensen zielen eter opgeroepen. Het wezen zag eruit als een mens met een krokodillenkop Eva zegt: ‘ja, als kind is dat heel eng’. Louise vertelt verder. In het dorp van Mustafa werden echt mensen vermoord teruggevonden. Ze hadden allemaal onbegrijpelijke verwondingen. De dorpelingen hebben jaren in angst geleefd. Ook toen Mustafa volwassen was bleef hij bang voor het beest. Het beest kwam uit de onderwereld en kon supersnel heen en weer reizen. Dan moet Louise lachen ze zegt: ‘ik was lang kind en geloofde alles’. In Afrika leven ze heel anders met de natuur als in Nederland. Als ze samen weer in het appartement zijn vraagt Louise of Eva een sprookjesboek wil pakken. In het boek worden de mythologische wezens uitgebreid besproken in volkslegendes. Louise zegt tegen Eva: ‘neem het sprookjesboek maar mee naar huis’. Als Eva de volgende ochtend weer bij Louise langsgaat zit ze op de rand van haar bed. Haar bed is nat. Door de plaspillen die ze krijgt loopt alle urine er in één keer uit. Verdrietig kijkt ze Eva aan. Eva zegt: ‘komt u maar gauw uit bed’. Ik zal u meteen helpen. Ze vraagt heeft u goed geslapen. Nee, zegt Louise: ‘ik heb weer zo naar gedroomd’. Ze probeert om uit bed te komen maar het lukt niet en ze gaat weer in bed liggen. Eva verschoont het bed met Louise er nog in. De benauwdheid en duizeligheid zakken langzaam weg. De warme zonnestralen raken haar bed. De warmte van de zon doet haar goed. Ze valt in slaap. Ze droomt dat ze over de savanne van Afrika loopt. De lucht is heel helderblauw. Blauwer dan ze ooit gezien heeft. Midden op de uitgestrekte grasvelden ziet ze een wit schijnsel. Louise loopt naar het witte licht. Ze verdwijnt door een tunnel van prachtige kleuren. In een razend tempo gaan alle kleuren haar voorbij. Dan ziet ze het einde van de tunnel. Daar staat haar vriendin geheel in het wit gekleed. Naast haar staan verschillende familieleden. Louise zwaait naar haar familie. Ze hoort prachtige muziek en het ruikt naar bloemen en vers nat gras. Ze wil het liefst naar hun toe. Dan voelt ze dat eraan haar getrokken wordt. Als ze haar ogen opendoet. Staat Eva naast haar bed. Ze heeft een ontbijtje voor Louise gemaakt. Heerlijk zegt Louise ‘dank je wel’.