Lucia Smit 

Eenheid van het leven.



Het Javaanse wajang spel: 


Diep in de bossen van Java woonde een vrouw van middelbare leeftijd. In Tegalrejo stond ze bekend als bosheks. Vroeger toen ze jong was had ze een ongekende schoonheid. Op 15-jarige leeftijd werd ze de concubine van sultan Hamengkubuwana twee. Het meisje werd door haar ouders meegegeven naar het paleis. De bewaker die haar meeneemt zegt geen woord tegen haar. Het jonge meisje loopt in haar simpele boeren kleding over de koninklijke binnenplaats. Bij de ingang van het paleis ziet ze dat de deur wordt bewaakt door zilveren reuzen ook wel dwarapala's genoemd. De beelden hebben iets spookachtigs. Ze kijken haar boosachtig aan en grijnzen. Ze wordt de gouden troonzaal ingebracht. De sultan zit in het midden van de zaal onder een bouwwerk met vier pilaren. Het gebouw is geheel van goud. Het schittert in het felle licht. Het meisje mag plaatsnemen op de vele kussens die er liggen. Ze heeft haar bamboe sandalen uitgedaan en voelt hoe zacht het tapijt is onder haar voeten. De sultan is betoverd door de schoonheid van het jonge meisje. Hij geeft opdracht om haar naar “de tuin de geuren” te brengen. Het meisje loopt naar een draagkoets die op de binnenplaats van het paleis klaar staat. De koets wordt door de oude binnenstad gedragen naar de tuin. Die bestaat uit grachten en binnenhoven. Het geheel is afgesloten door dikke muren. Ze wordt afgezet bij het badpaviljoen. Het meisje wordt gewassen in een vijver vol met lotusbloemen. Rond de vijver hangen versierde kooien met duiven, kaketoes en zangvogels, zoals parkieten en wielewalen. Het meisje heeft een nieuwe naam gekregen die bij een concubine past. Haar naam is Mutiara. Het boerenmeisje is verdwenen. Door haar nieuwe kleding ziet ze eruit als een prinses. Die avond wordt er een wajang spel opgevoerd in de tuin. De zoete lucht van bloemen omringt de gasten die naar de voorstelling gaan kijken. Mutiara zit op de eerste rij stoelen in een tent van witte lakens. De muziek begint langzaam op gang te komen. Dan verschijnt de eerste schim op het doek. Het is een ridder die vecht om de eer van zijn vrouw. De schim vecht tegen tegenstanders. Hij beschermt zijn vrouw, maar loopt zelf verwondingen op. Je kunt een speld horen vallen in de tent. De gasten zijn onder de indruk van de voorstelling. Na de voorstelling kiest de sultan een meisje uit die hij meeneemt naar de rand van de tuin. Daar staat een tuinhuis met een typisch dak van riet. Mutiara is die avond erg vermoeid van alle indrukken en verblijft in een sfeervolle kamer binnen het paleis. Haar dagen slijt ze met dansen en ze speelt op haar fluit. Het prachtige geluid wordt door de lucht van het gehele paleis gedragen. Mutiara is al gauw de favoriete concubine van de sultan. Haar gave om muziek te maken betovert hem. Een aantal maanden later is zij zwanger van haar eerste baby. Mutiara is zelf nog maar een kind als ze bevalt. De jongen wordt Mustahar genoemd. De jongen groeit op binnen de paleismuren. Hij weet niets van het leven van zijn moeder voor ze concubine werd. Als hij ouder wordt beseft hij dat hij nooit sultan zal worden. Zijn moeder is niet de eerste vrouw van de sultan. De andere kinderen van de sultan zijn zachtaardig. Mustahar daarentegen is slim en erg onaardig tegen zijn halfbroertjes en zusjes. Regelmatig ontvlucht hij het paleis om te voelen hoe het is om vrij te zijn. De sultan heeft veel last van zijn uitstapjes. Hij besluit om Mustahar te verbannen naar zijn grootvader in het dorpje waar zijn moeder vandaan komt. In Tegalrejo vindt de jongen de rust die hij nodig heeft om volwassen te worden. Mutiara is verbitterd dat de sultan haar zoon zo slecht behandelt. Ook haar gezondheid lijdt hieronder. Ze besluit om te vluchten en verdwijnt in de uitgestrekte bossen van Java. Daar tussen de planten en dieren vindt ze zichzelf weer terug. Ze heeft een simpele hut gebouwd en leeft in harmonie met de natuur om zich heen. Tot ze op een nacht wakker wordt van een vreemd geluid in het bos. Als ze buiten gaat kijken ziet ze vreemde bollen licht door de bomen gaan. De bollen komen steeds dichterbij. Mutiara is niet bang, ze blijft rustig staan. Ze wacht af wat er gaat gebeuren. Het blijkt te gaan om fakkels. Dan ziet ze een paard met daarop een jonge man. Mustahar is door zijn grootvader gestuurd om Mutiara te zoeken. De twee zijn weer met elkaar verenigd en beraden een plan om de sultan af te zetten van zijn troon. Mutiara is erg veranderd. Niemand kent haar meer in het dorp. De maanden in het bos hebben haar veranderd in een bosheks. Haar kennis van planten is heel erg groot. Al vlug komen mensen bij haar hulp vragen. Vooral bij ziektes. Mutiara geneest vele zieke mensen. Deze wonderen bereiken zelfs de sultan. Mutiara heeft in haar boshuisje wierook aangestoken met behulp van planten en eeuwenoude rituelen weet ze contact te krijgen met de voorouders van alle Javaanse inwoners. Haar magie neemt ongekende vormen aan. Met de duistere krachten weet ze de sultan te betoveren. De sultan wordt heel erg ziek. Hij kan zich niet meer bewegen. Al zijn ledematen weigeren. Hij is gedwongen om op bed te blijven liggen. Hij is geheel hulpbehoevend. Uit pure wanhoop geeft hij zijn bewakers de opdracht om de bosheks te gaan halen. Mutiara loopt naar het paleis. De tuin is niets veranderd. Maar dit keer bekijkt ze het heel anders. Alle bomen en struiken hebben een magische uitstraling. De vele vogels begroeten de heks als ze naar de ingang van het paleis loopt. Zelfs de zilveren reuzen glimlachen als zij het paleis betreedt. In de gouden troonzaal ligt de zieke sultan. Na een lang gesprek komen ze tot een overeenkomst. Mustahar wordt de nieuwe sultan. In ruil spaart de bosheks het leven van de zieke sultan. Hij heeft door het nieuwe uiterlijk van mutiara heen kunnen kijken. Mutiara pakt uit haar stoffen tas een klein flesje en schenkt het leeg in een glas met een goud randje. De sultan drinkt het glas leeg. Langzaam verandert hij. In zijn gezicht verschijnen snorharen van een kat. Als de transformatie klaar is staat naast mutiara een dikke zwarte kater. Mutiara noemt het diertje Hawana. De kat wijkt niet meer van de zijde van de bosheks. Het is een van haar trouwste dienaren. Mustahar wordt door het volk van Java op handen gedragen. Hij is een groot strijder. Hij wordt een aantal maanden na de verdwijning van Sultan Hamengkubuwana beëdigd tot nieuwe sultan.