Famke en de dansende heksenketel:
Famke is op de Duivels berg, ze is op zoek naar heksen agaat. Dit is een edelsteen die ze wil gaan gebruiken voor haar duistere magie. Als ze aan het werk is voelt ze om haar hoofd vlinders. Ze probeert de beestjes te verjagen maar dat lukt helaas niet. Op de berg wemelt het met vlinders die om haar heen dansen. Famke gebruikt de duivels berg al honderden jaren. Het is een magische berg waar de agaat kan worden gevonden. Famke bewerkt de stenen tot een piramidevorm. Deze vorm geleid de aardstromen erg goed. Haar piramides kunnen namelijk goed hogere energieën aarden en een bepaalde intentie versterken. Als Famke haar rituele uitoefent dan gebeuren er allemaal vreemde dingen in het bos. Ze ziet dan grote lichtbollen die door de lucht schieten. De lichtbollen verlichten de griezelige figuren die door het bos sluipen. Naast de berg heeft Famke haar tent opgezet. De kachel snort gemoedelijk en het is warm en gezellig. Famke gooit haar gevonden edelstenen op haar tafel. Ze heeft de hele dag in de berg gegraven samen met haar nieuwste vinding, een edelsteen detector. Ze heeft een paar hele mooie exemplaren gevonden. De avond doet zijn intree, de berg raakt in nevels gehuld en er ontstaat een onprettige energie op de berg. Op de Duivelsberg bevindt zich een krachtpunt waar twee energiebanen ook wel leylijnen zich kruisen. Leylijnen en andere energielijnen zijn banen van energie die door het landschap stromen. Ze vervoeren energie over de hele planeet. Al deze energielijnen liggen op het landschap en niet in de grond. Leylijnen zijn een specifieke soort energielijnen. Naast leylijnen zijn er nog een heel wat andere soorten energielijnen, zoals bijvoorbeeld hartmannlijnen, currylijnen en benkerlijnen. Iedere soort energielijnen vormt om de planeet een eigen netwerk. Famke noemt dat haar netten. Famke verbindt deze netten met haar monolieten, naaldjes die ze plaatst op verschillende plekken op de aarde, waar de energiebanen sterk zijn. Famke maakt gebruik van verschillende energielijnen ze zijn in twee soorten onder te verdelen. Enerzijds zijn dat de rasternetwerken ook wel grids genoemd. Dit soort energielijnen vormen samen meestal een rechthoekig hokjespatroon. Ook maakt Famke gebruik van zogenaamde vrije netwerken. Dit zijn netwerken die niet in een hokjespatroon liggen, maar waarvan de energielijnen in iedere richting kunnen stromen. Famke weet alle breuken in de bodem te vinden. Ze maakt gebruik van holtes, spelonken en spiralen. De plekken schermt ze af met cirkels. Ze worden door mensen gemeden omdat er enge verschijningen plaats vinden. De magische cirkels fungeren als een poort naar een parallel universum. De cirkels zijn allemaal verschillend van vorm de ene is vierkant, driehoekig, vijfhoekig, zevenhoekig. Deze poorten noem je energie, tijd en ruimte poorten. Famke kan gebruik maken van deze poorten om razendsnel van de ene naar de andere plek te komen op aarde. Famke heeft op de duivels berg haar heksenketel neergezet. Rond de ketel maakt ze een cirkel met daarin een zevenhoekige poort op elke hoek plaatst ze een agaat piramide. De nevel lost op en er verschijnt een hele grote volle maan aan de hemel. De kosmische poort is geopend, Famke kijkt door de poort en ziet een spiraal die zich ontvouwt als een bloem die opengaat. Famke laat zich meedragen op de energie, als ze door de spiraal is staat ze nog steeds op de duivels berg, haar drankje in haar kookpot staat te pruttelen. Het mengsel bestaat uit: “ steranijs, peper, venkel, kruidnagel en Chinese kaneel, witte peper, komijn, engelwortel,
kaempferol,
kaempferol ,tangerineschil, kardamom, zoethout, nootmuskaat”. Famke gooit bij het mengsel een levende pad en spreekt een krachtige betoverde spreuk. De tangerineschillen beginnen te schudden in de pan. De heksenketel lijkt te dansen er komt zoveel energie vrij, de hele heuvel staat te schudden. Hier wordt Famke erg vrolijk van, en ze zingt een oeroud heksenlied. Dat over het bos wordt meegedragen en tot in de verre omstreken hoorbaar is. Het lied heeft een angstaanjagend krijsend geluid.
Kardamom.