Lucia Smit 

Eenheid van het leven.



De Gele Keizer:

Heel lang geleden leefde in China een jonge keizer, die alles bezat wat hij wilde. Er was slechts één ding dat hem dwars zat, hij wilde eeuwig jong blijven. Aan het hof werden tovenaars en heksen uitgenodigd. De keizer had een grote schatkist met goud voor de winnaar die een verjongend middel kon maken. De dag van de wedstrijd was superdruk bezocht. Alle heksen en tovenaars vertoonde hun toverkunsten. Midden in de grote binnentuin werden alle experimenten uitgevoerd. De keizer kwam regelmatig kijken of er vooruitgang werd geboekt. Aan het einde van de wedstrijd kon geen één heks hem helpen. Alle toverspreuken en middeltjes werkte maar een aantal maanden. De keizer wou dat de toverspreuk voor eeuwig zou werken. Na de wedstrijd liep hij diepbedroefd door zijn weelderige rozentuin. Via een klein zandpad kwam hij langs zijn vijver en voerde zijn twaalf Koi karpers. Aan de rand van de vijver was een klein theehuisje, daar dronk de keizer elke dag zijn groene thee. Het huisje was beschilderd met Chinese kraanvogels. Tijdens het drinken van zijn thee genoot hij van de wandschilderingen. De wandschilderingen had hij laten aanbrengen om zijn droom ooit te kunnen uitvoeren, de vogels stonden symbool voor een heel lang leven. Iets waar de keizer elke dag diep over nadacht. Als zijn thee op was dan stond zijn personeel al klaar met zijn Chinese parasol van zuiver gele zijde. Zonlicht mocht zijn huid niet raken. De angst dat zijn huid zou verouderen was voor hem ondragelijk. De jonge keizer werd door zijn volk vereerd als een god. Als hij langsliep bleef iedereen maar buigen of knielde neer. De tuin stond bekend als een magische plek waar vreemde uitvindingen werden gedaan. De tuin werd beveiligd door een grote Komodo draak. Een levensgevaarlijk dier die zich regelmatig vergreep aan het personeel van het paleis. Uit zijn bek dropen lange draden van giftig slijm. De Komodo draak was de bewaker van de magische tuin. Het dier vergezelde de keizer bij het drinken van thee. Regelmatig gaf de keizer hem een grote partij sappige witte muizen en een aai over zijn kop. De keizer was altijd geheel gekleed in het geel. Niemand in het paleis mocht de kleur geel dragen of gebruiken. Deed iemand dat wel dan werd diegene gedood en aan de draak gevoerd. Alles rond de keizer bestond uit een gele kleur. Zijn kleding, alle spullen in zijn kamer waren ook allemaal geel. De kleur geel maakte het mogelijk om beter te mediteren en gaf hem duidelijke en heldere dromen en visioenen. Ook zijn lange wandelingen door zijn magische tuin verbonden hem met de deur naar de magische wereld. Een wereld waar geen dood en leiden bestond. De keizer liep de laatste tijd vaak langs de rand van zijn magische tuin. De tuin lag aan de voet van een grote bergketen. Steeds vaker voelde hij de drang om de tuin te verlaten. De magische tuin verschafte de keizer geen antwoord op zijn vragen. Dus ging de keizer de tuin uit om te zoeken naar een oplossing. Op een ochtend vertrok hij op de rug van zijn draak over de rand van zijn tuin. En liet zich in de lotushouding op de rug van de Komodo draak diep de bergen in dragen. Op de bergen groeide uitgestrekte bamboebossen. De zon was warm en verdampte de laatste ochtend dauw. Midden in het bamboebos stond een oude hut. In de hut was een soort houten doos met stro. De keizer ging in de bak zitten en bewoog zich niet meer. Hij zat dagen achtereen stil zonder zich te bewegen. Zonder te eten en te drinken. Zelfs zijn ademhaling werd steeds oppervlakkiger. Op een avond begon het heel hard te waaien in het bos. Het was volle maan, de keizer ontwaakte uit zijn diepe meditatie en hoorde het bamboebos zingen. De keizer riep zijn draak en ging verder het bos in. Alle dieren in het bos liepen achter de keizer aan en werden vervolgens een prooi voor de grote Komodo draak. Aan het einde van de stoet dieren liep een prachtige witte tijger. De draak probeerde haar te bijten, de tijger verweerde zich moedig. Het was die nacht volle maan en de prachtige witte tijger veranderde in een beeldschone vrouw. De ontmoeting met de vrouw veranderde alles op slag. Eindelijk had hij een antwoord gevonden. De jaren van gemis en leegte werden vervuld met een diepe bewondering voor de mooie witte tijger. Ook zijn drang naar eeuwig te willen leven verdween even naar de achtergrond. De keizer verbleef maanden in het bamboebos met de witte tijger aan zijn zijde. De Komodo draak moest zich neerleggen bij de wil van de keizer. Ze werden noodgedwongen vrienden van elkaar. Toen het weer volle maan werd trouwde de keizer met de beeldschone jonge vrouw. Het huwelijk werd voltrokken in het Miao-Joean Tao-Kwan klooster midden in de bergketen. De ceremonie was simpel, de keizer was gekleed als een monnik en gewikkeld in een geel zijde gewaad. Jaren verstreken het huwelijksleven beviel de keizer super goed. De mooie vrouw bracht hem veel geluk en liefde. Toch begon de keizer zich weer zorgen te maken over zijn veroudering. Zijn huid werd ouder en zijn spieren waren niet meer zo sterk als voorheen. Hij riep de hulp in van 3 heksen die met een verbluffende oplossing kwamen. De levenssappen van de magische witte tijger konden hem helpen om een onsterfelijkheidelixer te laten maken. De heksen omringde de mooie jonge echtgenoot van de keizer. En tapte regelmatig levensenergie af als het volle maan was. Tijdens de verwisseling van tijger naar vrouw kreeg de keizer het elixer toegediend. Na een nacht met volle maan voelde hij zich weer jong en sterk. De witte tijger werd heel erg zwak en ziek. Het arme dier stierf met hevige pijn. Door de behandeling die de keizer van de heksen kreeg was hij duizend jaar lang jong en beeldschoon. Maar het verlies van zijn echtgenoot knaagde aan zijn geweten. Door zijn super egoïstische drang om jong te blijven had hij zijn prachtig witte tijger vermoord. Na honderden jaren te leven besefte hij hoe veel hij zijn vrouw miste. Iedereen om hem heen stierf en hij bleef maar leven. Het is nu 2020 en de tijd dringt de duizend jaar is bijna om. De drang om eeuwig te leven is bij de keizer niet veranderd. Hij moet dringend iemand vinden die een elixer voor hem kan maken.

 

Op de deurmat van Famke de heks valt een gele brief met een koninklijk stempel. Hij valt op tussen de andere brieven. Als Famke het verzoek leest om een elixer te gaan maken, moet ze in haar agenda kijken of ze daar nog wel tijd voor heeft. Ze loopt naar haar werkkamer in de bovenste toren. Met een wenteltrap loopt ze naar boven. De kamer is gevuld met flesjes en kruiden. Ze gaat in haar fauteuil zitten en denkt diep na. Van de plank pakt ze een pot maceraat. Dit zijn geweekte kruiden in alcohol. In de pot zit citroenmelisse, lavendel, patchouli, olibnum en mirre. Zonder dat ze iets doet, ontsteekt zich een vuur onder haar kookpot. Famke gooit de pot leeg en begint in de kookpot te roeren. Als het mengsel ingekookt is voegt ze er hagedissenbloed aan toe en een zeldzaam soort mintgroen kristal. Dan heeft ze nog een poeder dat het kristal laat bruisen in de kookpot. Dit poeder is het belangrijkste ingrediënt voor het elixer. Famke noemt het elfenpoeder, gemaakt van de huid van een elf. Er komt een dikke witte wolk uit het mengsel. De steen draait in het rond en lost langzaam op. Het elixer is klaar en ze vult een flesje . Als ze haar toverstaf wil gebruiken ziet ze een scheur in het kristal verschijnen. Famke kijkt naar buiten en ziet dat het een koude herfstachtige dag is. Ze heeft zo hard gewerkt aan het elixer dat ze niet eens meer door heeft wat voor weer het buiten is. Doodmoe ploft ze in haar fauteuil. Famke besluit een waterpijp te maken. In de waterpijp doet ze aluminiumfolie en tabak en duzelappel en steekt deze aan. Ze lurkt aan de tuit van haar waterpijp. De duzelappel doet al gauw zijn werk. Eindelijk komen er nieuwe ideeën in het hoofd van Famke de heks. In haar werk kamer ligt het vol met schrijfblaadjes met daarop scheikundige formules. Haar kookpot staat al uren te pruttelen. Famke wil kristallen gaan maken. Ze heeft haar pot Aluin uit haar kruidentuin meegenomen. (Aluin is een aluminiumverbinding. Het bestaat uit het dubbelzout van aluminiumsulfaat en kaliumsulfaat en het bevat kristalwater.) Famke gooit Aluin in het kokende water, alles wat ze heeft verdwijnt in haar kookpot. Ze blijft roeren tot alles is opgelost. Ze pakt haar toverstaf van de plank die bezet is met kristal en spreekt met het kristal. “O lief kristal wat ben je toch mooi”. De staf heeft een behoorlijke scheur in de kristallen bovenlaag. 
Famke zegt " ik ga jou gauw beter maken". Ze doet het mengsel in een grote glazen pot. Over de pot spant ze een draad en in het midden hangt ze het toverstokje. Bij het mengsel strooit ze goudpoeder en diamant gruis. Ze plaatst de pot op een veilige plek in de kelder van het landhuis. Het kristal zal groeien. Ze zingt een oeroud heksen lied om de bovenlaag te transformeren, zodat het weer bruikbaar is. Famke gaat helemaal op in haar gezang. In alle hoeken van het landhuis is het hoorbaar. Na lang zingen is ze totaal uitgeput en ploft weer in haar fauteuil. Ze pakt haar waterpijp en lurkt zich in slaap. Door de duzelappel krijgt Famke een vreemde droom. Famke zweeft in het landhuis en ziet haar lichaam zitten in de stoel. Oeps, denkt Famke hoe krijg ik mijn lichaam terug. Voor ze het door heeft zweeft ze buiten door de tuin. In de lucht zijn donkergrijze wolken, het begint te bliksemen. Famke ziet dat de bliksem de grond raakt. Precies waar de inslag plaats vindt zit een grote pad. Het arme dier is opslag dood. In zijn kop groeit razendsnel een paddesteen. Famke roept “dat is nu precies wat ik nodig heb”. De Ceraunius kan me helpen om weer in mijn lichaam terug te kunnen keren. Ze pakt de kop van de pad en zweeft terug naar haar werkkamer. Met een plof valt ze terug in haar lichaam. Als ze wakker wordt ligt de dode pad op haar schoot. Uit zijn hoofd steekt een steen die hol is. Er zit een zeer kleine opening in. Famke besluit de steen te gebruiken voor een amulet die ze om haar nek kan hangen. De paddesteen plaatst Famke in het midden van de amulet. Ze gebruikt een zeer giftige slang om de steen te beschermen. De amulet helpt Famke bij het maken van brouwsels. Als Famke verkeerde stoffen door elkaar mengt krijg je een scheikundige reactie die giftig kan zijn. De amulet werkt als een alarmsysteem, de paddesteen zal dan verkleuren. Dan weet Famke dat ze de ruimte moet verlaten. Famke wil net haar sieraad om haar nek doen. Als ze een gek geluid hoort in haar tuin. Ze kijkt naar buiten en ziet een grote groep raven die op haar vliegtuigje gaat zitten. Ze opent haar raam en roept “waag het niet om daarop te poepen”. Het vliegtuigje is haar nieuwste uitvinding. Het is een klein vliegtuigje in de vorm van een vlieg. De ramen van het vliegtuigje zien eruit als de ogen van een vlieg. Het zijn facet ramen die veel meer waarnemen dan een gewoon raam. Er is in het raam een ingebouwde computer die precies alles weergeeft wat Famke moet weten. De ramen geven het landschap weer in 4D. Famke kan haarfijn volgen wat er op de grond gebeurt. Het maakt niet uit hoe hoog ze vliegt. Ze start de motor en vliegt sneller dan het licht naar China. Famke land op een afgelegen plek in een industriegebied. Het stinkt vreselijk in de stad. Het is laat in de namiddag als Famke de verboden stad binnen loopt. In de verte ziet ze het koninklijk paleis. Als ze het grote plein is overgestoken ziet ze een grote deur. In de deuropening verschijnt een stralend geel licht. Langzaam neemt het licht de vorm aan van een oeroude man. Het schijnsel is onregelmatig en zwak. Hij fluistert zacht " wat de prijs is voor het elixer". Famke zegt: "ik wil u Komodo draak". De oude man heeft weinig keus en stemt toe. Na het innemen van het elixer wordt de keizer weer herboren. Hij is weer een jonge man, alleen tot zijn grote verdriet is de wereld om hem heen vreselijk veranderd. De verboden stad is een museum. Hij beseft dat de verboden stad niet meer van hem is. Daarom kan hij daar niet langer blijven wonen. Zijn geliefde bossen zijn dicht gebouwd met wolkenkrabbers en grote fabrieken. De jonge man heeft spijt dat hij besloten heeft om toch weer duizend jaar te blijven leven. Hij is vast beraden om China te veranderen. Zijn geliefde bossen zullen weer verreizen uit de as. Boven de stad hangt een dikke smog laag. De jonge man draagt vol tegenzin een mondkapje. Woede borrelt bij hem op en er verschijnt een gele energie. Deze draagt een dodelijke vloek over de stad.

Famke hoort een klap op het dak van haar werkkamer. Het dak van de toren is glibberig door alg en mossen die Famke kweekt. Ze ziet een klein pakketje liggen met daarop een koninklijk stempel. Famke klautert weer in haar werkkamer en maakt het pakketje open, er verschijnt een stapeltje formulieren met geheimzinnige spreuken. In het pakketje zit ook een klein lotusbloempje in een flesje. Famke kijkt er verbaasd naar. Ze denkt: " Hoe kan die bloem zo klein zijn". Er hangt een piepklein briefje aan. Met de tekst "O, parel in de lotusbloem ik eer u wijsheid". Het geschenk is van de Gele Keizer. Famke laat zich niet door de keizer paaien, ze wil dat de keizer zich aan zijn afspraak houdt. De Komodo draak kan elk moment arriveren. Famke hoort weer een klap op haar dak. Wederom klautert ze het dak op. Tot haar grote verbazing ligt er weer een pakketje. Zingend van plezier pakt ze het pakketje uit ze is dol op verrassingen. Uitgeput valt ze met een plof in haar fauteuil. Voorzichtig verwijdert ze het papier er komt een piepklein kooitje uit met daarin een piepkleine draak. Famke leest de bijgestuurde formulieren met spreuken. Ze moet zelf de draak weer op goede grote toveren. Het lotusbloempje kan ze gebruiken om te oefenen. Famke zet het kooitje op een plank waar veel zonlicht op valt. Ze voert haar draakje met mieren die ze verzamelt in haar kruidentuin. Zijn giftige slijm vangt ze op in een klein flesje dit gaat ze gebruiken voor haar brouwsels om mensen te betoveren. Het slijm is uitstekend en langzaam werkend. Het duurt een tijdje voor dat iemand eraan sterft. Dat geeft Famke de kans om onopgemerkt weg te komen. Ze leest de bij gestuurde stukken van de keizer. De spreuken zitten in een leren kaft van krokodillen leer . Ze wacht tot het juiste moment om de Komodo draak weer groot te toveren.  Eerst gaat ze oefenen met het lotusbloempje. Hele dagen oefent ze, maar het lotusbloempje wil maar niet groter worden. Haar stem is schor van het herhalen van de woorden. Famke denkt “geduld hebben”. Gelukkig is haar toverstaf weer helemaal bedekt met een kristal bovenlaagje. Ze vraagt lief: " wil je me helpen lieve toverstaf ". Het kristal licht op en er verschijnt een mintgroene kleur. Het is al donker en er is een supersneeuwmaan aan de hemel. Het zal veel kouder gaan worden. De stand van de maan voorspelt het weer van de komende weken. Famke besluit in haar tuin verder te gaan oefenen. In haar tuin staan oeroude gele zeepbomen, in de avond schijnen de bloemen als mooie gele kaarsen in het felle maanlicht. Achter één van de bomen verschijnt een geest die de vorm aanneemt van een vossen nachtvlinder. Famke ruikt de zoete geur van sabelhout wierrook. Ze kijkt nieuwsgierig om zich heen. Het wezen fladdert rond haar hoofd. De geest probeert de honing uit de lotusbloem te zuigen. Als Famke haar wil verjagen neemt de vlinder weer de vorm aan van een geest. Het is een gevaarlijk boven natuurlijk wezen. Dit keer veranderd de geest in een feeachtig wezentje. Famke grijpt het wezentje vast en tikt het met haar toverstaf aan. De huid van het wezentje verschrompeld tot poeder. Famke stopt het poeder in een klein zakje en trekt het koortje dicht. De tuin van Famke begint langzamerhand te lijken op een dierentuin met magische wezens. In haar vijver woont een hele grote schildpad met een drakenkop. Het beest is oud en wijs en kan Famke helpen bij het om toveren van de lotusbloem. Famke roept over de vijver: “lieve schildpad kom even bij me”? De kop van de drakenkopschildpad verschijnt uit het water. De schildpad nadert Famke en zegt: “waarom maak je me wakker”! Je moet me helpen met deze lotusbloem in dit flesje. Wat ik ook doe, het wordt maar niet groter. Alle toverspreuken heb ik al geprobeerd maar niets lukt. De schildpad kruipt de oever op. Denkt diep na en zegt: “het is gauw weer volle maan”. Gebruik een stukje van mijn schild en zeg dan: “Shan Shui Penjing”! Oké zegt Famke, dat zal ik proberen. Een aantal dagen later is het volle maan. Famke staat in haar de tuin van het landhuis die vol staat met oeroude eikenbomen. De volle maan verschijnt net achter een wolk vandaan. Famke zingt een heksenlied en spreekt de spreuk uit van de schildpad. Als ze om zich heen kijkt is er niets veranderd. Famke denkt “verdorie weer niet gelukt”. Alleen het flesje met de lotusbloem lijkt groter. Dan, tot haar stomme verbazing komt ze erachter dat alles kleiner is geworden. De oeroude eikenbomen zijn miniatuur boompjes geworden, haar kasteel is ook een miniatuur. Opeens verschijnt er een oude man met lange grijze haren. Famke schrikt omdat de verschijning lijkt op de Gele Keizer. Hij graaft het landgoed uit de grond en stopt het in een schaal. De schaal zet hij op een steekkarretje en hij loopt weg.  De oude man loopt zeker een uur over hobbelige zandpaden. Famke wordt misselijk en vlucht haar landhuis in. De oude man woont in een oude boerderij aan de rand van het bos. Vol liefde zet hij de schaal op een pilaar, die uitgesneden is van hout. In de tuin staan vele andere schalen. Met de mooiste tuinen en bergen, Famke kijkt haar ogen uit. Met haar bezemsteel vliegt ze van de ene schaal naar de andere. Ze heeft een geschikte schaal gevonden voor de Komodo draak. Het is een mooie berg met daarop een Chinese tempel. Al haar magische dieren krijgen een eigen miniatuur tuin. Famke staat bij de vijver en roept haar drakenkopschildpad. Het beest zwemt langzaam naar de oever. Famke zegt: “lieve schildpad nu is alles klein wat moet ik nu doen”. Zacht zegt de schildpad: “je zult op zoek moeten naar de gouden tijger”. Die kan je alleen nog helpen om alles weer bij het oude te krijgen. Waar kan ik dat beest vinden zegt Famke verdrietig. Het dier woont op één van de vele schalen! Famke besluit om haar vliegtuigje te gaan gebruiken. Ze is van plan om naar de schaal te vliegen die aan de rand ligt van alle schalen. Ze vliegt rond het hoofd van de oude man die bezig is om alle bomen te snoeien. Op de bodem van de schaal gooit hij steentjes die hij keurig aan harkt met een piepklein harkje. Famke haar landgoed heeft nu een Japans tintje gekregen. Het van schaal naar schaal vliegen valt Famke zwaarder dan ze gedacht had. Ze besluit even te stoppen, ze is uitgeput en heeft rust nodig. Volkomen uitgeput landt de vlieg op een schaal met prachtige bergen en bossen. Waar de vlieg geland is loopt een rivier die gevuld is met prachtige koi karpers in het midden van de rivier drijven grote lotusbloemen op grote groene bladeren. Famke haar voeten raken het koude water, langzaam laat ze zich in de rivier zakken. De prachtige vissen zwemmen om haar heen. Famke hijst zichzelf op een waterlelie blad. Ze kruipt naar de bloem en begint deze op te eten. Tijdens het eten begint Famke weer te groeien. De waterlelie zinkt onder haar gewicht. Het is haar gelukt om weer normaal te worden. Famke doet in een zakje een grote hoeveelheid van de bijzondere Lelie blaadjes en loopt over het erf naar de ovale schaal. Ze staat naast de schaal en kijkt op haar landhuis neer. Ze denkt dat de oude man haar niet gezien heeft. Maar dat heeft ze mis. De oude man weet precies wat Famke van plan is. Als Famke het erf wil verlaten staat de oude man haar al op te wachten. Met kille stem zegt hij “jij kan niet weg je moet 1 jaar en 1 dag voor mij werken”. De oude man geeft Famke de opdracht om aan de Chinese oostkust te gaan wonen. Er verschijnt uit het niets een grote groene draak. Famke gaat op de rug zitten en vliegt razendsnel door de lucht. Ze landen met een smak naast een oud zhouzhuang huis. Het huis heeft grote houten deuren en een afdakje met dakpannen. Onder het afdak hangen twee lampionnen gemaakt van rood zijde. Ook de gang is verlicht door lampionnen. Midden in het huis is een grote binnentuin met een lange eettafel die beschut wordt door bamboe. Famke weet dat ze in het huis van een heks is terecht gekomen. De oude vrouw zit in de binnentuin te werken aan haar nieuwste poppenhuis. De vrouw zegt “je bent precies op tijd”. De poppenhuizen moeten voorzien worden van meubels, die ga jij maken. Na een aantal dagen keihard gewerkt te hebben mag Famke even iets voor haar zelf doen. Ze loopt naar het strand met een grote rugzak op haar rug. Na een lange wandeling gaat ze op het strand zitten en tuurt over de zee. Het is bijna middennacht en de maan staat hoog aan de hemel. Het zeewater begint op te lichten, voor haar ogen ziet ze een fantastische lichtshow en ze ziet lichtflikkeringen. De golven geven licht en Famke loopt het water in. Ze vult flesjes met lichtgevende algen . In de golven ziet ze twee lichtgevende blauwe ogen die oplichten uit de zee. Famke denkt “wat een aparte vis” en waarom kijkt het mij zo aan. Op zijn kop zit een soort hengeltje met een klein lichtje. Af en toe verdwijnt het licht uit de ogen van het wezen. Famke heeft haar laatste flesje gevuld, als ze over het water kijkt ziet ze honderden lichtgevende blauwe ogen. De vissen kijken Famke aan, het lijkt net of ze Famke komen opzoeken. Eén van de vissen begint met Famke te praten hij klaagt over al het plastic in de zee. Het zwemmen wordt de vissen bemoeilijkt door een grote hoeveelheid plastic. Famke ziet dat het zaklantaarnvissen zijn. De vissen horen niet thuis op de oppervlakte van de zee. Het zijn diepwater dieren die al miljoenen jaren oud zijn. Famke luistert naar het gejammer van de dieren. Ze klagen dat al hun eten op is. Famke heeft medelijden met de arme vissen. Het is alweer bijna ochtend als ze samen met de vissen dieper en dieper de zee in zwemt. De oude vrouw met de poppenhuizen is ze geheel vergeten. Als Famke over het water kijkt ziet ze een klein eiland met daaronder een grote grot. De ruimtes zijn geheel verlicht met helderwit licht. Het licht is afkomstig van een Elf met prachtige doorschijnende vleugels. Ze fladdert door de grot die bezaaid is met stukjes jade. Met water en een kleine hamer verwijderd Famke kleine stukjes steen uit de wand, en stopt deze in haar grote rugzak. De uitgang van de grot is op het eiland zelf. Het is geheel onbewoond en bedekt met dicht begroeide grasvelden. Famke loopt over de uitgestrekte grasvelden die vol staan met bloemen. Kleine kolibries vliegen op en aan van bloem tot bloem. De honing is voor de diertjes onweerstaanbaar. Het eiland heeft maar één grote berg met scherpen punten. Op de berg slaapt de grote groene draak. Het beest heeft zijn vleugels om de berg gevouwen. Op de rug van een zaklantaarnvis reist Famke terug naar het vaste land. Ze heeft stukjes jade bij zich om er meubels van te maken, met de plasticsoep heeft ze grote plannen. Haar nieuwste uitvinding moet het probleem oplossen. Op de zeebodem gaat ze grote doorschijnende koepels aanleggen. Er zullen zee tuinen worden aangelegd waar de zaklantaarnvissen plantjes kunnen eten. De koepels worden verlicht met behulp van lichtgevende algen. De tuinen zullen een goede plaats zijn voor Famke haar nieuwe huisdieren.

 

De gouden tijger /Het spinnenweb van de zilveren ketting.

Het is een warme namiddag en Famke is ijverig bezig met haar poppenhuizen. Voor haar staat een groot statig herenhuis, dat voorzien is van een oer Nederlandse trapgevel. De muren van de huiskamer beschildert ze met prachtige Chinese rozen en kolibries. Op de vloeren plakt ze kleine plavuizen van Jade. Het is een super lange werkdag geweest en Famke besluit een kleine wandeling te gaan maken. Het huis van de heks grenst aan een oeroud bos met grote thuja bomen, vijgenbomen, Chinese paardenkastanje en Banyanbomen. Famke loopt dieper het woud in en hoort geschreeuw, dat diep door het woud heen galmt. Tussen de bomen heen gluurt Famke, om te zien wat voor vogel dit geluid maakt. Tot haar grote verbazing ziet ze een prachtige zwarte vogel met onder zijn snavel oranje veren die hij opzet om te imponeren. Zijn lange staartveren zijn ook oranje, de vogel draait in het rond met zijn veren recht omhoog. Als Famke dichter in de buurt komt van de vogel begint hij tegen Famke te schreeuwen. Het geluid wat uit de vogel komt is oorverdovend hard. De vogel voelt zich bedreigd en begint aan te vallen. Famke haalt uit haar rugzak wat zaden die ze verzameld heeft en blaadjes van de betoverende waterlelie. De vogel kalmeert en pikt de zaden en blaadjes op van de grond. Dan ziet ze achter een vijgenboom een grote gouden tijger. Een prachtig mooi dier met een felgeel lichaam en bruine strepen. De tijger springt op de vogel met een oorverdovend lawaai verdwijnt de vogel in de bek van de tijger. De betoverde blaadjes beginnen te werken en de tijger krimpt. Het dier is piepklein, maar heeft dat zelf niet in de gaten. Het gromt naar Famke en wil haar krabben. Famke moet hard lachen en stopt de tijger in een klein zelf gemaakt kooitje. De tijger zou niet misstaan in één van haar poppenhuizen. Ze hangt het kooitje aan een leren riempje van haar rugzak en loopt dieper het bos in. Al mediterend loopt ze door. Als ze aan de rand van het bos is ziet ze een klein dorpje met mooie houten huizen. De dorpelingen dragen prachtige kleren met veel borduursel en zilveren sieraden. Famke wordt uitgenodigd bij de stamoudste die midden in het dorp woont. Speciaal voor Famke wordt er een theeceremonie gehouden, de dorpelingen willen hun respect naar haar tonen. De kooi met de gouden tijger trekt veel aandacht en Famke roept “wie wil mijn mooie tijgertje kopen”. De dorpsoudste zegt ” geef mij die mooie tijger”. Lachend zegt Famke: " mijn prijs is veel hoger dan u kunt betalen". Famke mag kiezen uit de mooiste gewaden die dorpelingen zelf gemaakt hebben. Ze kiest een licht blauwe zijde jurk met geborduurde kraanvogels uit, en maakt een speciale thee voor de stamoudste. Tijdens de theeceremonie worden alle dorpelingen piep klein. Alleen Famke blijft op haar eigen lengte. Ze kijkt op de dorpelingen neer en begint met een lange uithaal te lachen. De dorpelingen zijn erg onder de indruk van Famke haar toverkunsten. Het laatste kopje thee bereid ze met haar magische toverdrankje en bij toverslag zijn de dorpelingen weer normaal van lengte. Onder luid applaus krijgt Famke van de stamoudste een zilveren ketting om haar nek. De ketting is een halve maan met daarop twee draken die vliegen tussen de sterren, in het midden is een cirkel met een spinnenweb. Aan de onderkant van de ketting hangen 9 kettinkjes met sterren en belletjes. Als de theeceremonie afgelopen is gaat de deur van het vertrek open. In de deuropening zit een man in de lotushouding op een verkleinde draak. Hij heeft een felgeel gewaad aan wat licht geeft. De dorpelingen juichen van opwinding, ze denken dat Famke nog meer toverkunsten laat zien. Famke kijkt vol verbazing maar weet wie de man is. Langzaam zien de dorpelingen hem vervagen en er verschijnt damp die langzaam vervaagd. Het applaus is oorverdovend en mensen blijven maar klappen in hun handen. Famke is de magiër waar de dorpelingen zo lang op gewacht hebben. Ze beseft dat ze nog langer in het dorpje zal moeten blijven. Wel 1 jaar en 1 dag .De dorpelingen bieden Famke een klein houten huis aan, midden in het dorp. Het is de perfecte plek om haar voor te bereiden op haar zware opdracht Het is midden in de nacht en in het kleine huisje van Famke brandt nog licht. In het midden van de kleine huiskamer heeft ze haar kookpot opgesteld. Het vuur onder de kookpot is precies op goede temperatuur voor haar nieuwe drankje, dat ze gaat brouwen. Uit haar rugzak pakt ze wolfskers ook wel doodkruid genoemd. Ze heeft het kruid laten weken in alcohol. Ze gooit het in de kookpot. Ze vult de kookpot met zwarte slangenwortel en zwavelpoeder. Als het drankje klaar is, doet ze een krachtige toverspreuk om de werking te versterken. Op het etiket schrijft ze: “De Bell “.  Door Famke haar toverspreuk is het drankje geheel doorzichtig, het lijkt op water. Ze vult negen flesjes die ze gaat gebruiken bij een nieuw ritueel. Op negen plekken op de aarde gaat ze monolieten plaatsen (een naald). De kunstwerken zijn van puur zilver en hol vanbinnen, in de binnenkant zit een glazen buis die ze vult met kwik. De monolieten plaatst ze midden in woestijnen. Door de extreme warmte gaat het kwik in de monolieten stijgen en is een goede geleider voor de vrijgekomen elektriciteit, die vrijkomt in de punt van de zilveren naald. Famke is van plan om een web te maken van draden elektriciteit dit wordt een hek waar haar magische dieren niet doorheen kunnen vluchten. Famke heeft haar eerste monoliet geplaatst in de Ordoswoestijn. Ze plaatst 9 pilaren op verschillende plekken. Elke pilaar vertegenwoordigd een Chinese keizer uit het verre verleden. De eerste pilaar staat symbool voor de Gele keizer. De pilaar is geplaatst op een zeer sterke plek met veel aardstraling. De naald raakt een energie punt binnen in de aarde, en stimuleert de energie om door de naald heen te stromen. Famke ziet dat het kwik in de kristalglazen buis begint te stijgen. Over de grond sprenkelt ze haar toverdrankje “de Bell”. Dit is het symbolische belletje van de zilverenketting. De zilverenketting heeft ze gekregen van de dorpsoudste tijdens de theeceremonie. Haar opdracht is om de stam de machtigste te maken van de hele wereld. In ruil voor deze opdracht zal de dorpsoudste zijn leven geven aan de machtige heks. Famke heeft nog 8 naaldjes over. De naaldjes zijn piepklein en zitten in haar rugzak. Door de heilige lotusblaadjes heeft ze het vermogen om objecten klein te maken, zo kan ze dit megaproject uitvoeren. Haar volgende bestemming is de woestijn van Utah. Ze plaatst het naaldje op de plek waar de Gele draak begraven ligt. De tweede pilaar staat symbool voor de keizer Li Yuan. Ze steekt de naald in de grond en spreekt een oeroude toverspreuk uit. Ze ziet dat de naald langzaam begint te groeien. De naald is een pilaar geworden. Famke steekt haar wichelroede naast de naald en meet de aard straling. De kwikmeter in de pilaar stijgt razendsnel. De krachtige energie van de aarde maakt de gele draak wakker. Het beest slaapt al honderden jaren die diep onder de grond. Er ontstaat een gat in de berg naast de pilaar. De grote draak kruipt uit het gat en slaat zijn vleugels uit. Doordat de draak zolang onder de grond geslapen heeft moet het eerst door de zon opwarmen. Als zijn bloed op de goede temperatuur is kan Famke op de rug van de draak over de hele wereld vliegen. Met een diepe buiging stelt ze zich voor aan de draak. En zegt:” O, lieve draak het spijt me dat ik u wakker gemaakt heb”. Heel zacht fluisterend legt ze uit aan de draak wat ze aan het doen is. Ze vraagt: “zou u mij naar nog zeven plekken willen brengen, want ik moet nog zeven naaldjes plaatsen. De draak rekt zich uit en blaast een grote witte wolk uit die langzaam veranderd in een steekvlam. Dan spreekt de draak met diepe stem. Als jij wilt dat ik je rond vlieg over de aarde moet daar een dienst tegen over staan. Ik wil dat je één jaar en één dag bij mij in dienst treed. Weer in dienst trede betekent weer keihard werken. Ze wil echter ook niet geroosterd worden. Voorzichtig knikt ze ja, en met een lieve stem zegt ze:“ ja , lieve draak ik wil u graag vergezellen”. De draak is zichtbaar blij met Famke haar antwoord en knielt diep neer, zodat Famke op zijn rug kan gaan zitten. De draak begint met zijn vleugels te wapperen en het zand van de woestijn komt los van de grond. Het veroorzaakt een zandstorm die tot in weide omstreken zichtbaar is. Als ze hoog in de lucht zijn vliegen ze naar de volgende woestijn. Ze vliegen over de Atlantische oceaan naar Afrika. De vlucht over de zee is moeizaam. Er zijn meerdere stormen die ze moeten trotseren.  Ze plaatst een naald op de grens van de Sahara vlak bij het plateau van Gizeh. Deze pilaar Plaatst Famke ter ere van Merneith de grootste vrouwelijke farao en tevens heks uit de oudheid. De aardstraling is daar erg hoog omdat daar alle aardstralen samen komen. De cirkel van de magische ketting met het spinnenweb erin, is bijna klaar. Ze moet nog een paar naalden plaatsen. Ze reist naar Mexico naar de tempels van de Maya stammen. In de oude stad Teotihuacan plaatst ze haar naald ter ere van de speerwerper . Naast de naald plaatst Famke een monoliet die symbolisch een speer de lucht in werpt . Ze vervolgt haar reis naar Arizona in de stad Phoenix plaatst ze haar volgende naald, midden in de woestijn. De naald is ter ere van moeder aarde zelf. Ze moet nog drie naalden plaatsen, ze vervolgt haar reis naar Patagonië en plaatst daar een monoliet in de woestijn vlak tegen het Andes gebergte.  Famke vliegt op de gele draak de hele wereld over om nog twee goede plekken te vinden. De draak is een trouwe vriend van Famke geworden. Ze vliegen samen naar Engeland daar plaatsen ze samen een monoliet bij Stonehenge. De monoliet kijkt uit op de stenen tempel. Haar laatste naald plaatst ze in Schotland naast het meer van Loch Ness. De Gele Draak is totaal uitgeput en valt in een diepe slaap. Door het plaatsen van de naald heeft ze een Elasmosaurus wakker gemaakt.  Die nacht is het volle maan en Famke tuurt over het meer. Dan ziet ze een rimpeling in het water. Vlak waar Famke verschijnt de kop van de Elasmosaurus. Het beest kruipt verbluffend snel de oever op en wil Famke grijpen. Het vooral heeft de gele draak wakker gemaakt. Er ontstaat een gevecht tussen de twee dieren. Het gevecht is zo hevig dat het gehele meer verlicht wordt door de vlammen van de gele draak. Beide dieren gaan vechtend ten onder in het grote meer. De gele draak verschijnt niet meer boven water. Haar zware taak zit erop alle monolieten staan op de juiste plaats. De aardstraling is op zijn hoogst bij volle maan. De monolieten verbinden zich de aardstraling vormt zich als een netwerk om de aarde.